Als je zwanger bent ga je vaak voor controle naar de verloskundige. Daar zullen ze alles wat met jouw zwangerschap te maken heeft goed in de gaten houden. Alles om ervoor te zorgen dat we zeker weten dat alles goed gaat met jou en de baby. Jouw bloeddruk, het Hb-gehalte in je bloed, maar ook jouw gewichtstoename tijdens de zwangerschap. Wat ook altijd wordt ingevuld op jouw zwangerschapskaart is de fundushoogte. Maar wat is dat nou eigenlijk en hoe wordt hij gemeten?
Wat wordt bedoeld met fundushoogte?
Dit woord heeft alles te maken met de groei van jouw baby. De fundushoogte is de afstand tussen het schaambeen en de bovenkant jouw baarmoeder. Dit is best belangrijk, want dit kan veel zeggen over hoe het met jouw baby gaat.
Tijdens jouw zwangerschap ga je nog veel meer leren. Dingen over jouw lichaam die je niet wist, maar ook woorden waar je misschien nog nooit van gehoord hebt. Want kende jij het woord fundushoogte al? Nou, ik kende het nog niet voor ik zwanger werd.
Wat zegt de fundushoogte over jouw zwangerschap?
Of het goed gaat met jouw baby kunnen we dus (gedeeltelijk) opmaken uit de fundushoogte. Jouw verloskundige meet dit dus om te kijken of de zwangerschap op een normale manier vordert. Voor je zwanger bent is jouw baarmoeder klein en peervormig. Hij is zo’n 4,5 centimeter breed, 7,6 centimeter lang en 3 centimeter dik. Als je dan bedenkt dat de baarmoeder tijdens een zwangerschap 500 keer zo groot en 10 keer zo zwaar wordt, dan is de baarmoeder dus enorm rekbaar.
En die baarmoeder is echt onmisbaar tijdens de zwangerschap. Wil je weten waarom dat zo is? Lees hier meer over de groei van de baarmoeder tijdens de zwangerschap.
De groei van de lengte van de baarmoeder wordt tijdens de zwangerschap heel goed in de gaten gehouden. Als jouw baby niet goed groeit, is het natuurlijk belangrijk dat je dat zo snel mogelijk weet. En, meten is weten.
Hoe wordt de fundushoogte gemeten?
Tijdens de controles zal de verloskundige verschillende metingen doen. Allereerst misschien je minst favoriete: het weegschaalmoment. Maar dus ook de fundushoogte. Het is belangrijk dat je een lege blaas hebt op het moment dan de verloskundige de fundushoogte gaat meten. Een volle blaas kan er namelijk voor zorgen dat de meting enkele centimeters afwijkt. En een paar centimeter kan in een zwangerschap best veel verschil maken.
De verloskundige vraagt je om plat op de behandeltafel te gaan liggen, met jouw hoofd iets omhoog. Je blijft stil liggen en ademt rustig door. Met haar handen zal de verloskundige jouw baarmoeder bevoelen. Ze zoekt het hoogste punt van de baarmoeder (de fundus). Vanaf daar meet ze met een meetlint tot de bovenkant van de schaambeen verbinding over je buik.
Wat is normaal en wat als het afwijkt van het gemiddelde?
Net zoals met alles is er een gemiddelde, dus ook bij de fundushoogte. “Normaal” gaan we ervan uit dat de fundushoogte gelijk is aan het aantal weken dat je zwanger bent, met een marge van 1 tot 4 centimeter. Dus als je 20 weken zwanger bent is jouw fundushoogte tussen de 16 en 24 centimeter. Bij 38 weken ligt hij tussen de 34 tot 42 centimeter. Het kan zijn dat de meting niet zo uitvalt als de verloskundige zou willen. Je hoeft dan niet meteen in paniek te raken.
Een meting kan heel anders uitvallen, bijvoorbeeld als je zelf heel lang, of juist heel klein bent. Maar ook als je zwanger bent van een meerling, of je de meting met een volle blaas doet. Ligt de baby in stuit? Dan kan de fundushoogte ook afwijkend zijn.
Dit zijn allemaal onschuldige redenen waarom een fundushoogte soms anders gemeten wordt. Maar, het kan ook zijn dat er wel iets aan de hand is met de baby. Je kindje kan bijvoorbeeld te langzaam of te snel groeien, of te weinig vruchtwater hebben. Daarom zal de verloskundige je door sturen naar een gynaecoloog voor extra onderzoeken.
Die fundushoogte is dus heel belangrijk. Maar ook afhankelijk van jouw postuur, niet bij iedereen groeit de baby op dezelfde manier. Gelukkig wordt je tijdens de zwangerschap op meerdere punten in de gaten gehouden en is de fundushoogte niet de enige meting die gedaan wordt.
Heb jij zelf twijfels of alles wel in orde is? Blijf daar dan niet mee rond lopen en trek aan de bel. Elke verloskundige zal het begrijpen als je onzeker bent. En je kunt beter een keer te vaak bellen dan een keer te weinig.
