Vanaf de geboorte is het goed om op te letten of de baby een voorkeurshouding ontwikkelt. Dit wil zeggen dat de baby het hoofdje in 75% van de gevallen naar een bepaalde kant draait. Zo ligt de baby dus altijd op de rechter- of linkerkant van het hoofdje. Als dit maanden aanhoudt, kan het schedeltje afplatten aan één kant. Dit is niet gevaarlijk, maar niet echt wenselijk. In de meeste gevallen kan je zelf al veel doen om de voorkeurshouding ‘af te leren’ of te voorkomen. Lees hier hoe je dat doet!
Voorkeurshouding baby in de buik
Jouw baby kan in de buik al een voorkeurshouding ontwikkelen. Die kans is overigens vrij groot, want ongeveer 85% van de baby’s heeft een voorkeurshouding in de buik.
Ze liggen bijvoorbeeld het liefst met het hoofdje naar rechts of naar links. Na de geboorte blijft ongeveer 1 op de 6 baby’s een voorkeurshouding hebben.
Oorzaken voorkeurshouding baby
De afgelopen jaren hebben baby’s vaker een voorkeurshouding ontwikkeld dan voorheen. Dat komt omdat we baby’s nu vaker op de rug leggen en niet meer vaak afwisselen met buik en rug of zij. Dat komt omdat we nu weten dat je baby op de rug laten slapen, helpt om wiegendood te voorkomen. Blijf dit dus vooral doen, maar ben daarnaast waakzaam op een eventuele voorkeurshouding.
Andere oorzaken van een voorkeursligging kunnen zijn:
- Er is een fysieke oorzaak, bijvoorbeeld je baby heeft een kromming in de wervelkolom waardoor je baby het liefste naar één bepaalde kant ligt.
- Kinderen die zijn geboren in een stuitligging hebben sneller de neiging om een voorkeurshouding te ontwikkelen.
- Als je jouw baby telkens in dezelfde houding voedt, kan dat ook een voorkeurshouding stimuleren.
- Is er aan één kant van het bedje waarin je baby slaapt veel licht of geluid? Dan wil je baby waarschijnlijk graag naar die richting kijken.
Gevolgen van een voorkeurshouding
Laat ik één ding voorop stellen: Een voorkeurshouding is niet schadelijk voor de baby, maar het ziet er niet heel fraai uit. Het schedeltje van de baby is na de geboorte nog week en vervormbaar. Als je baby maandenlang 75% van de tijd in één bepaalde houding ligt, gaat het schedeltje aan die kant afvlakken.
Bijvoorbeeld aan de achterkant van het hoofdje, als je baby altijd naar boven kijkt. Kijkt je baby veel naar een bepaalde zijkant, dan vlakt het schedeltje naar verloop van tijd aan die kant af.
In het ergste geval kan het oortje aan die kant iets naar voren verschuiven. Als er niets wordt gedaan aan de voorkeurshouding kan het zelfs voorkomen dat de afvlakking in het gezicht zichtbaar wordt.
Baby voorkeurshouding afleren
Een voorkeurshouding kan al snel een invloed hebben op de vorm van het hoofdje en kan dan zichtbaar worden als de baby 2 tot 3 maanden oud is. Na de 3 maanden kan het gaan verbeteren, mits je iets probeert te doen aan de voorkeurshouding.
Heeft je baby rond de 5 of 6 maanden nog steeds een sterke voorkeurshouding dan zou je wellicht fysiotherapie kunnen overwegen. Maar voordat je dit gaat doen, zijn er nog heel veel andere trucjes die je kunt toepassen om de voorkeurshouding bij je baby af te leren. Je kunt hier al heel vroeg mee beginnen, bijvoorbeeld meteen als je het opmerkt. Ook kan je jouw baby al direct na de geboorte aanleren om de ligging van het hoofdje af te wisselen.
Tips en oefeningen om de voorkeurshouding af te leren opgedeeld in dagdelen
-
Tijdens slapen en dutjes in bed
- Draai het hoofdje van je baby afwisselend naar links of naar rechts tijdens het slapen. Bij een voorkeurshouding draai je het hoofdje naar de niet-voorkeurshouding. Draait je baby weer terug? Probeer het dan nog een keer als je baby slaapt.
- Draait je baby graag naar het licht? Maak het bedje dan zo op dat het licht aan de niet-voorkeurszijde is. Ook leuke kleurtjes of bijvoorbeeld de deur kan je het beste aan de niet-voorkeurszijde houden zodat deze zo aantrekkelijke mogelijk wordt. Probeer eerst te achterhalen wat jouw baby aantrekt en zorg er dan voor dat de niet-voorkeurszijde naar die kant gericht is.
-
Tijdens het spelen in de box of op het kleed
- Leg je baby al meteen vanaf de eerste weken 3 keer per dag op de buik. In deze weken is 1 tot 5 minuten per keer genoeg. Na de eerste weken breid je het langzaam uit naar 3 tot 5 keer per dag ongeveer 20 tot 30 minuten. Heel belangrijk: zorg dat je toezicht houdt zodat je baby niet kan stikken. De buikligging is een goede houding om de nekspiertjes te trainen en je baby kan oefenen met naar rechts en links kijken.
- Leg je baby ook een paar keer per dag op de zij. Wissel telkens af. Zorg ervoor dat je baby wakker blijft door hem af te leiden met speelgoed.
- Houd in de box de niet-voorkeurszijde altijd het meest aantrekkelijk door daar speeltjes neer te leggen. Begin hiermee als je merkt dat je baby steeds meer naar speeltjes etc. gaat kijken.
-
Tijdens het dragen
- Houd je baby op zo’n manier op je arm, dat jouw stem en dus ook je gezicht zich bevinden aan de niet-voorkeurszijde.
- Wissel je baby zo vaak mogelijk op je rechter- en linkerarm. Ook bij het troosten, knuffelen of laten boeren. Zorg er ook voor dat je baby in de draagdoek naar verschillende kanten kijkt.
-
Tijdens het voeden en verschonen
- Tijdens het voeden moet het lichaampje van je baby licht gekromd zijn, het hoofdje moet dus niet achterover liggen.
- Wissel tijdens het voeden van houding, door de linker- en rechterborst telkens af te wisselen. Geef je flesvoeding, probeer dan het hoofdje niet naar de voorkeurshouding te draaien.
- Bij flesvoeding kun je jouw baby ook recht voor je op je benen leggen zodat je het hoofdje in het midden kunt houden. In deze houding kun je jouw voeten het beste op een steuntje zetten.
- Bij het luier verschonen is het goed ervoor te zorgen dat je niet aan de voorkeurskant staat, maar dat jouw baby het hoofdje moet draaien naar de niet-voorkeurskant om jou te zien.
- Je kunt ook proberen je baby recht voor je te leggen tijdens het aankleden zodat het hoofdje in het midden blijft liggen.
- Rol je baby zoveel mogelijk op de zij of op de buik tijdens het aankleden.
Voorkeurshouding baby fysiotherapie
Als je bovenstaande tips al vroeg opvolgt, heb je een grote kans dat je de voorkeurshouding bij je baby afleert. Blijft je kind een sterke voorkeurshouding houden na 5 maanden en is de schedel niet mooi rond, dan kun je langsgaan bij een kinderfysiotherapeut. Mogelijk krijgt je baby dan helm redressie therapie.
Als je baby helmredressietherapie krijgt, draagt hij of zij 4 tot 8 maanden een helm die ervoor zorgt dat de schedel in de juiste vorm groeit.
Meer uitgebreide informatie over voorkeurshouding kun je lezen in de folder van Jeugdgezondheid.