Wist je dat de bloedgroep van jouw baby anders kan zijn dan die van jou? Dat komt omdat de bloedgroep wordt bepaald door de vader en door de moeder. In principe komt het vaak voor dat de bloedgroep van de baby anders is. In de placenta wordt jullie bloed netjes van elkaar gescheiden. Maar soms kan het gevolgen hebben als jullie bloedgroep op een bepaalde manier van elkaar verschillen. Lees er hier alles over!
Bloedgroep van de baby bepalen
De bloedgroep van jullie kind wordt bepaald door de genen van beide ouders, dus niet alleen van die van de moeder. Om die reden kan je baby een andere bloedgroep hebben dan jezelf. De verschillende groepen die we kennen zijn A, B, AB en O.
Daarnaast is er altijd nog een resusfactor. De resusfactor is een eiwit dat gekoppeld is aan het bloed. De meeste mensen (85,25%) hebben deze factor in het bloed, de overige mensen niet. Je kunt dus resuspositief of resusnegatief zijn.
De bloedgroep wordt dus bepaald door beide ouders. Hebben jullie allebei groep O, dan krijgt je baby dat ook. Als de ouders niet dezelfde bloedgroep hebben dan kan de bloedgroep van de baby anders worden. Groep A of B zijn altijd dominant en O is recessief. Groep O komt daarom vaker voor.
Bloedgroepen combinatie
Als jullie beide bloedgroep A hebben wordt die van jullie baby A of O. Heeft de vader A en de moeder B dan krijgt jullie baby bloedgroep A, B, AB of O. En zo zijn er meerdere combinaties mogelijk, zie onderstaand bloedgroepen schema:
Moeder | Vader | Baby |
---|---|---|
In Nederland komt O+ het meeste voor (rond de 40%). Gevolgd door A+ (35%). De andere groepen zijn dus zeldzamer waarvan AB- het meest zeldzaam is. Dit komt bij slechts 0,5% van de Nederlanders voor.
Bloedgroepen die niet samengaan
Op zich is het niet erg als de bloedgroep van de baby anders is dan van de moeder. Door de placenta wordt het bloed van de baby netjes gescheiden van de moeder. Alleen tijdens de bevalling kan de moeder in contact komen met het bloed van de baby.
Als de moeder rhesus negatief is en de baby rhesus positief dan gaat de moeder antistof-D aanmaken tegen het bloed van de baby. Dit gebeurt pas tijdens of na de bevalling. Dit is niet gevaarlijk voor de baby die op dat moment geboren is. Maar als de moeder eenmaal antistoffen heeft aangemaakt, blijven deze in het bloed aanwezig.
Bij de volgende zwangerschap kunnen deze antistoffen gaan opspelen als de volgende baby weer een andere bloedgroep heeft!
Als de volgende baby dus een andere bloedgroep heeft dan de moeder en de moeder antistoffen in het bloed heeft, dan kan dit gevolgen hebben voor de baby. Sommige antistoffen kunnen het bloed van je baby afbreken wat bloedarmoede bij je kind als gevolg heeft.
Tijdens je zwangerschap wordt al snel onderzocht of je antistoffen in je bloed hebt tegen de bloedgroep van je baby. Mocht dit het geval zijn, dan zal je tijdens de zwangerschap goed in de gaten gehouden worden. Het is niet nodig om de zwangerschap af te breken.
Bloedgroep baby: Waar vind ik de bloedgroep van mijn kind?
De bloedgroep van jouw baby kan je via de huisarts achterhalen. Het kan zijn dat je wordt doorgestuurd naar het ziekenhuis om bloed te prikken.
Er zijn ook thuistests voor het bepalen van de bloedgroep van de baby maar voor echte zekerheid kun je beter naar de specialist gaan.