Baby’s leren in hun eerste levensjaar een heleboel. Bij sommige baby’s gaat dit in sneltreinvaart, terwijl andere kindjes er lekker rustig de tijd voor nemen. Hoe jouw baby het ook aanpakt, er komt een tijd wanneer jij ogen in je achterhoofd moet hebben: Namelijk als de baby gaat klimmen en de klimfase aanbreekt. Hoe ga je daar als ouder mee om? Ik geef je wat tips!
Wat is de klimfase?
Vaak begint de klimfase met optrekken. Je merkt dat jouw baby zichzelf omhoog wil trekken aan bijvoorbeeld de spijlen van de box, of de salontafel. En op een gegeven moment gaat hij zijn knietjes erbij gebruiken om ergens op te klimmen.
Wist je dat baby’s eerder kunnen klimmen dan lopen? Zo klimt de baby bijvoorbeeld misschien al de trap op, terwijl hij nog niet los kan staan. Op zich is dit juist heel goed. Door te klimmen is jouw kindje bezig met zijn motorische ontwikkeling. Ook leert hij al vroeg wat onder, boven, tussen en naast is.
Waarom vallen goed is voor je kind!
“Het gaat met vallen en opstaan.” Dat gezegde kent iedereen en zo is het ook. Wat je ook moet leren, het lukt 9 van de 10 keer niet meteen. Of dat nu kruipen, lopen fietsen of leren klimmen is. De baby gaat hoe dan ook vallen. Slecht voor je hart, ik weet het. Maar het went (bij mij tenminste wel).
Onze jongste is een echte klimgeit. Ze is inmiddels ruim anderhalf en vertikt het om los te lopen als ik kijk. Maar als ze denkt dat ik niets zie, doet ze het wel. Als baby klimmen doet ze al maanden. Haar trip trap stoel, de naam zegt het al, is hierbij favoriet. Ze schuift hem naar waar ze naartoe wil en gebruikt hem vervolgens als trap.
Zo zit ze midden op de eettafel, of op het aanrecht. Ook op de bank klimmen en zichzelf dan laten vallen is favoriet. En dat vallen gaat ook wel eens verkeerd. Myrah vindt het dan leuk om heel stil te blijven liggen, ze heeft door dat ik dan kom kijken en roept dan heel ondeugend: “Hai!!!”
Zolang het niet echt mis gaat, is er niet zo veel aan de hand, je kind leert namelijk een heleboel van vallen! Zo leren kindjes dat ze zich kunnen opvangen met hun handjes, zodat ze niet op hun hoofd vallen. Ook ontwikkelen ze het evenwichtsgevoel door af en toe te vallen. Let er natuurlijk wel op dat je kind niet van grote hoogte valt!
Tips voor ouders als de baby gaat klimmen
Je kunt de baby niet overal voor behoeden, hoe graag je dit ook zou willen. Maar met onderstaande tips kan je met een gerust hart de klimfase van de baby trotseren.
-
Veiligheid
Zorg ervoor dat de baby veilig op ontdekking kan gaan door jullie huis. Als je kindje de trap leuk vindt, zorg dan voor een goed traphekje. Moeten jullie naar boven en heb je 5 minuten over? Laat je kindje dan zelf klimmen en blijf er achter lopen. Zet de bodem van de box en het bedje naar beneden als de baby aanstalten maakt om te gaan klimmen.
-
Oefen op het woordje “nee”
Of ruim al jouw spullen op die niet kapot mogen. Als de baby zich gaat optrekken, kan hij ook ineens overal bij. De planten in de vensterbank bijvoorbeeld, of dat mooie beeldje in de kast. Maar ook de knop van de radio, glazen met hete thee, de afstandsbediening en jouw lippenbalsem.
Maak even een rondje door je huis en stel de spullen veilig die je echt niet wilt missen (de theepot is hier eigenlijk het enige dat altijd boven in de kast staat). En verder zal je nu echt moeten beginnen met opvoeden. Want hoe klein ze ook zijn, ze snappen snel genoeg of iets wel of niet mag.
-
Wees niet te bang!
Als jij de hele tijd “Pas op, voorzichtig, niet doen!” naar je baby roept, heb je kans dat jouw dreumes bang wordt en niet meer durft te klimmen.
-
Reik je kind spullen aan waarop wel geklommen mag worden!
Een stevige wasmand op zijn kop, of zo’n klein krukje wat je bij het toilet kunt zetten. Voor de veiligheid zet je hem midden op het vloerkleed, of je kan er van die zachte puzzel tegels onder leggen.
Lees ook: Het gemak van een kokendwaterkraan met kleine kinderen!
Om de klimfase door te komen, is het misschien wel het belangrijkst om je er bij neer te leggen. De baby gaat op ontdekking en dat hoort erbij. Zorg dat hij dit op een veilige manier kan doen en voel je niet meteen schuldig als het een keertje mis gaat. Met vallen en opstaan, weet je nog?
