“Waarom?” “Daarom. Omdat ik het zeg!” Uitspraken die ik zelf wel eens doe en die ik vroeger ook vaak hoorde. Ik heb er niets aan over gehouden en leerde dat “Nee” gewoon nee bleef, ook al vroeg ik het 100 keer. Maar tegenwoordig denken we daar blijkbaar anders over. Er zijn dingen die je niet moet zeggen als je een peuter hebt.
Waarom moet je sommige dingen niet tegen een peuter zeggen?
Uit onderzoeken is gebleken dat veel van de uitspraken die we doen een dubbele lading hebben. Kinderen en peuters kunnen je opmerking juist verkeerd opvatten. Zo kan het gebeuren dat kinderen bepaalde dingen niet meer willen vertellen. Puur omdat ze denken dat jij het onzin vindt.
Dingen die je niet moet doen of zeggen als je een peuter hebt!
-
Niks aan de hand!
Waarschijnlijk zeg je het al voor je er erg in hebt. Je kind valt en begint te huilen. En het eerste wat jij zegt is “Niks aan de hand, je hoeft niet te huilen”. Voor je peuter kan dit verkeerd over komen. Er is namelijk wel iets aan de hand. Want hij viel en zijn knie doet zeer. En waarom mag je dan niet huilen?
Probeer het anders. Zeg dingen als “Och, je viel best wel hard he? Maar je been doet het nog”. Als je kind het gevoel krijgt dat hij niet mag huilen kan hij problemen krijgen om zijn emoties te uiten.
-
Als je peuter treuzelt
Niets is irritanter dan een peuter die niet op schiet. Je hebt haast, want je moet naar je werk of naar de opvang en het enige wat je kind doet is tegenwerken. Hoe vaker jij “Schiet op!” zegt, hoe langer het gaat duren.
Probeer je kind op een positieve manier te stimuleren. Maak er een teamverband van. “Laten we opschieten. Als jij je schoenen aan doet, pak ik ondertussen onze jassen en dan zijn we tegelijk klaar”.
-
“Ik ben te dik, ik ben op dieet”
Het slechtste voorbeeld wat jij je kind kunt geven is klagen over je eigen zelfbeeld. Je wilt niet dat je dochter het idee krijgt dat ze dun moet zijn om goed genoeg te zijn. Ze zal niet de enige zijn die later een eetstoornis ontwikkelt door dit idee.
Natuurlijk is het heel goed om je kind bewust te maken over gezond eten. En als jij gaat sporten breng dit dan positief en niet omdat het moet om af te vallen. Laat je kind zien dat sporten leuk is en gezond eten lekker. Dat is de beste basis.
-
Natuurlijk kun je niet alles kopen wat je peuter wil hebben
En al zou je dat wel kunnen, dan is het onverstandig. Je kind moet leren dat hij niet altijd alles zomaar krijgt. Heb je er het geld niet voor? Laat dit dan niet blijken door “Dat kunnen we niet betalen” te zeggen. Je kind kan het gevoel krijgen dat jullie arm zijn.
Probeer het positief te brengen. “We moeten ook geld sparen voor andere dingen, dus we kunnen niet alleen maar leuke dingen kopen”. En geef dan een voorbeeld van toen de auto kapot was, of je een nieuwe wasmachine moest kopen.
-
“De politie komt je halen”
Dit is een hele belangrijke die je zeker niet moet zeggen tegen een peuter. Maak je kind nooit bang voor de hulpdiensten. Leer je kind niet dat de politie boze mannen zijn die komen als je stoute dingen doet. Want wat als je de politie een keer nodig hebt? Stel dat je peuter een keer wegloopt, als jij even niet oplet? En dat de politie hem vindt maar hij doodsbang is en alleen maar verder weg wil rennen? Leer je kind dat de politie ons helpt. Het kan ooit echt van pas komen.
-
Negatief praten over anderen
Behalve dat je er het slechte voorbeeld mee geeft, heb je een grote kans dat je verklikt wordt. Kinderen zijn namelijk heel eerlijk en zullen zeggen wat ze denken. Als jij tegen je man zegt dat de moeder van Pietje zo dik is geworden, is de kans groot dat Pietje, of de moeder van Pietje, dit heel snel zal horen. Zulke gênante momenten wil je graag besparen.
Ik zei een keer tegen Frank dat een kindje op de opvang nog zo slecht kon praten. Boos dat Yinthe werd “Dat is niet waar mama! Hij praat heel goed en hij is mijn vriend”. Oké, duidelijk. Zulke gesprekken voeren we wel na kinderbedtijd.
-
Vloeken en schelden
Alles wat je niet uit de mond van je peuter wil horen moet je zelf ook niet zeggen. Klinkt logisch, maar het is moeilijker dan je denkt. Zo schopte onze peuter tegen haar speelgoedstofzuiger terwijl ze “Kutding!” riep. Oeps. Die had ze toch echt van mij.
-
“Ik doe het wel!”
Je peuter prutst om zijn laarzen aan te krijgen. Of hij heeft ruzie met zijn jas. Probeer niet te snel in te grijpen. Natuurlijk duurt het je eigenlijk te lang en gaat het sneller als je het zelf doet. Maar als jij je kind alles uit handen neemt, zal hij het niet snel zelf leren. Maar hij zal ook het idee krijgen dat hij het niet goed doet en wil het dan ook niet meer zelf doen. Niet goed voor het zelfvertrouwen van je peuter.
Lees ook: Tips voor mannen om de zwangerschap door te komen!
Lees ook: Dingen die ik nooit zou doen als moeder!
Het kan soms heel grappig zijn als je peuter iets doet of zegt wat niet hoort. Maar ze verzinnen het echt niet zelf en kopiëren alles wat ze horen. Maar je peuter kan je ook helemaal verkeerd begrijpen, waardoor een normale opmerking helemaal uit zijn verband wordt gerukt. Denk dus eerst na voor je iets doet of zegt, net zoals we onze kinderen graag willen leren.
