In eerste instantie gaat men er altijd van uit dat de bevalling vaginaal verloopt. Toch kan het door omstandigheden nodig zijn om voor een keizersnede of operatief bevallen te kiezen. Dit kan dan van tevoren gepland worden of er moet een spoed keizersnede nodig zijn tijdens het bevallen. In deze blog lees je wat er precies wordt gedaan tijdens een keizersnede en krijg je tips hoe je sneller herstelt.
Wanneer krijg je een keizersnede?
Als met van tevoren een keizersnede plant, dan kan dat verschillende redenen hebben:
- Omdat de baby niet goed ligt (stuitligging).
- Jouw bekken is te smal.
- De placenta blokkeert de doorgang.
- Of omdat je bijvoorbeeld bij eerdere bevallingen complicaties hebt gehad.
Wat de reden ook is, het wordt altijd uitvoerig met je besproken waarom een keizersnede verstandig is om te doen. Wist je trouwens dat je ook kan kiezen voor een natuurlijke keizersnede? De gentle sectio!
Spoed keizersnede
In sommige gevallen is het nodig dat er alsnog met spoed een keizersnede uitgevoerd moet worden tijdens de bevalling. Dit gebeurt in de volgende situaties:
- Het leven van de baby komt in gevaar;
- De placenta begint los te komen;
- De ontsluiting komt onvoldoende op gang;
- Je hebt een infectie gekregen.
Wat gebeurt er tijdens een keizersnede?
Als eerste krijg je een verdoving. Je kunt hierbij kiezen voor een volledige narcose of een spinale anesthesie (ruggenprik). De keuze is hierbij geheel aan jou. Sommige vrouwen vinden het eng om bij bewustzijn te zijn tijdens de bevalling en kiezen daarom voor een narcose. Andere willen juist alles meemaken en hebben liever een ruggenprik.
Hoe lang duurt een keizersnede?
Na de narcose of ruggenprik vindt de keizersnede operatie plaats, deze duurt 30 tot 60 minuten. In de meeste gevallen wordt er een horizontale snee gemaakt in je onderbuik (bikinisnede). Vervolgens wordt er een verticale snee gemaakt in de buikwand en hierna een horizontale snee in de baarmoeder.
Dan wordt je kindje eruit gehaald en knippen ze de navelstreng door.
Als laatste verwijdert men de placenta en krijg je een middel dat ervoor zorgt dat je baarmoeder weer samentrekt. Terwijl jij wordt gehecht, onderzoeken de artsen jouw baby. Als je niet onder narcose bent gebracht en de baby is gezond, kan je hem of haar snel tegen je aandrukken.
Keizersnede voordelen en nadelen, wanneer je mag kiezen is het goed om zowel de voor- als de nadelen goed af te wegen.
Tips die helpen bij het herstellen van een keizersnede!
Het herstel na een keizersnede kan per moeder heel erg verschillen. Bij sommige duurt het weken voordat ze weer goed ter been zijn en andere kunnen na een week al goed lopen. In het algemeen wordt er 6 weken voor de herstelperiode aangehouden. Een paar tips waarmee je rekening kunt houden om het herstel na een keizersnede te bespoedigen:
-
Zorg voor hulp in huis!
Tijdens de keizersnede worden jouw buikspieren aan de kant gelegd en lopen daardoor behoorlijk wat schade op. Je zult in de weken van je herstel merken hoe vaak je eigenlijk je buikspieren gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan opstaan, bukken, hoesten, lachen en zelfs lopen. Al deze activiteiten zullen een stuk lastiger gaan.
Probeer hier van te voren rekening mee te houden door je bed iets op te hogen en iets bij de wc te bevestigen waaraan je jezelf kunt optrekken. Bedenk jezelf ook dat je niets mag tillen en zo min mogelijk mag bukken. Een beetje hulp in het huishouden is dus zeker een aanrader tijdens de herstelperiode.
-
Bloedingen
Het is goed mogelijk dat je bloed verliest na de keizersnede. Er zit namelijk een wond in jouw baarmoeder omdat de placenta eruit is gehaald. Zorg dat je genoeg maandverband in huis hebt!
Daarnaast moet het litteken van de wond goed verzorgd worden, dit kan bijvoorbeeld met anti litteken pleisters speciaal voor na een keizersnede. Lees hier meer tips voor het litteken verzorgen na een keizersnede.
Kan je wel borstvoeding geven?
Borstvoeding geven na een keizersnede is gewoon mogelijk. Wanneer de melkproductie op gang komt is per persoon verschillend. Veel vrouwen kunnen echter al meteen hun baby aan de borst leggen. Overleg altijd met je huisarts wat je het beste kunt doen!