Een klompvoet bij een baby komt in Nederland jaarlijks bij ongeveer 200 baby’s voor, maar gelukkig kan deze aandoening bij baby’s redelijk goed behandeld worden.
Wat is een klompvoet bij een baby?
Een klompvoet is een aangeboren afwijking van het voetje van de baby. De afwijking kan tijdens de zwangerschap al gesignaleerd worden met een echo.
Bij een klompvoet is er sprake van een afwijkende stand van het voetje. De stand is een beetje vergelijkbaar met het blad van een golfclub en daar komt de naam ook eigenlijk vandaan. De Engelse term voor een klompvoet is ‘clubfoot’.
Er zijn verschillende varianten van een klompvoet. Zo kan het voetje naar binnen gekanteld zijn (varusstand), naar beneden gekanteld (equinus- of spitsstand), naar binnen gedraaid wat een kommastand geeft of het is een holvoet.
Eigenlijk is een klompvoet bij een baby geen directe afwijking van de voet, maar het komt namelijk voort uit een afwijking in het onderbeen. Omdat in het onderbeen de spieren en pezen anders zijn aangelegd, zijn deze korter dan normaal en nog onderontwikkeld. Dit heeft een klompvoet tot gevolg.
Wat is de oorzaak van klompvoetjes bij een baby?
Van de 200 baby’s in Nederland die een klompvoet hebben, hebben 100 daarvan 2 klompvoetjes. Wat de oorzaak is van een klompvoet is niet altijd duidelijk maar artsen vermoeden dat een mogelijke oorzaak van een klompvoet is:
- Erfelijke factoren;
- Verkeerde ligging in de baarmoeder;
- Een neurologische aandoening zoals een open ruggetje;
- Bindweefselziekten;
- Een storing in de zenuwvoorziening van het voetje;
- Onderdeel van een syndroom waarbij er meer lichamelijke afwijkingen zijn.
Is een klompvoet bij een baby erfelijk?
Vooralsnog is het voor artsen lastig om te achterhalen wat de oorzaak is van een klompvoet bij een baby. Toch is er een sterk vermoeden dat erfelijke factoren een invloed kunnen spelen. Er bestaat dus een kans dat het in de familie zit.
Hoe kan een klompvoetje bij een baby behandeld worden?
Tijdens de zwangerschap kan een klompvoet al zichtbaar zijn, maar de echte diagnose kan men pas stellen na de bevalling.
Het is namelijk mogelijk dat er geen sprake is van een klompvoet bij een baby, maar dat de baby met het voetje knel heeft gezeten in de baarmoeder en dat het daarom tijdelijk wat anders staat. Dat trekt meestal vanzelf bij.
Na de geboorte zal men eerst bekijken of er sprake is van een klompvoet door lichamelijk onderzoek. Een röntgenfoto kan men niet maken omdat het voetje uit kraakbeen bestaat en nog niet uit bot. Kraakbeen is niet zichtbaar op een röntgenfoto. Is het een klompvoet dan krijgen jullie een verwijzing naar een (kinder)orthopeed.
De Ponseti behandeling
In de meeste gevallen krijgen kinderen met een klompvoet de Ponseti behandeling. Deze behandeling wordt direct na de geboorte gestart. Als eerste zal men het voetje voorzichtig in de juiste stand zetten zonder het te forceren.
Vervolgens moet het voetje (of voetjes) in het gips. Het gips wordt ongeveer 5 tot 6 keer gewisseld. Na de laatste wissel is in de meeste gevallen het voetje gecorrigeerd. Soms is het nodig om de hielpees door te nemen. Dit is een minuscule klieving onder een plaatselijke verdoving. Hierna moet het voetje weer 3 weken in het gips.
Na het laatste gips zal men een brace aanmeten. Deze brace moet je baby tot hij of zij 4 maanden is, dag en nacht dragen. Hierna hoeft het alleen nog maar ’s nachts.
In de meeste gevallen helpt deze methode om een klompvoet bij een baby goed te herstellen. Slechts bij 6 tot 8% van de kinderen is het nodig om later nog een onderhuidse peesverplaatsing te doen. Bij 1% van de baby’s moet er alsnog een volledige operatie uitgevoerd worden. Dat is dus bij slechts 2 baby’s per jaar.
Bronnen: kinderorthopedie en Máxima medisch centrum