Op zondag 1 juli kwam ik terug van het boodschappen doen en zag ik bij thuiskomst al mijn vriendinnen zitten aan de rand van onze zwemvijver. De benen bungelden in het water en ze zwaaiden enthousiast: ‘Verrassing!’. Het was mijn babyshower! Wat een feest! Mijn bevalling leek toen nog heel ver weg, vijf weken om precies te zijn. Maar in werkelijkheid was die dichterbij dan verwacht. In de twee dagen die volgden belandde ik in een rollercoaster van gebeurtenissen en emoties die voorgoed mijn leven zouden veranderen.
Vocht vast houden en nesteldrang
‘Ik heb totaal geen enkels meer’, zei ik tegen mijn zus die met een glimlach naar mijn opgezette voeten en enkels keek. Sinds die zondagochtend besloot mijn lichaam flink wat vocht vast te houden. Ik dacht bijna dat het mij bespaard zou blijven, want ondanks het warme weer had ik er nog totaal geen last van. Tot die dag.
De zwelling van mijn voeten en enkels werd met het uur erger. Mijn huid begon strakker te staan en ik begon het zelfs een beetje te voelen. ‘Je moet je voeten omhoog leggen’, zei mijn moeder later die dag tegen me. ‘Je hebt jezelf gewoon te druk gemaakt’, zei ze en hiermee doelde ze op mijn overdreven poetsdrang van de afgelopen dagen.
Vrijdagavond begon ik met poetsen en dit eindigde zondagochtend. Ik was deels aan het poetsen door de nesteldrang, deels omdat mijn moeder langs kwam en deels omdat ik mijn nieuwe stoomreiniger wilde uitproberen.
Ja, dit meen ik. Als ik iets nieuws heb ben ik altijd heel blij en wil ik het meteen gebruiken. Dus ook mijn multifunctionele stoomreiniger. Dit resulteerde in een zaterdag alles reinigen met stoom dat met stoom gereinigd kon worden. Zoals alle kussens, vloerkleden, ramen en alle knuffels van ons toekomstige kind. Super handig die stoomreiniger.
Gooooooalllllll
Oké, ik dwaal af. Zondagavond explodeerden mijn enkels, maar verder had ik nergens last van. Ik voelde me prima, beetje warm, maar prima. De volgende dag, maandag 2 juli, was er niets aan de hand. Alleen wat moe van de afgelopen dagen poetsen en mijn babyshower. Deze maandag 2 juli was een dag waar ik mezelf een beetje op had verheugd.
Mijn zwangerschapsverlof ging vanaf die dag deels in. Eindelijk had ik wat meer tijd en ik verheugde me op een dag alleen maar series kijken. Heerlijk vind ik dat en nu had ik tenminste een goed excuus. Toch schreef ik die dag nog twee teksten en beloonde mezelf daarna op een paar uurtjes Desperate Housewives. ’s Avonds zat ik samen met mijn man voor de tv. De WK was in volle gang en deze avond speelde België tegen Japan, het was ondertussen 2-2.
Half verveeld keek ik naar de tv op onze gloednieuwe stoel. Voetbal zonder Nederland was voor mij toch een stuk minder spannend.
Opeens voelde ik iets opkomen of beter gezegd ‘aanstromen’ in de buurt van mijn vagina.
Ik sprong op (want ik zat op die nieuwe stoel) en rende in een impuls meteen naar de wc. Half naast, half in de pot kwam een plens water terecht. Ik hoorde ook echt een plens, op hetzelfde moment dat ik mijn man hoorde roepen dat België de 3-2 had gescoord. GOOOOAAAALLL!!
En wat nu?
Ik zat een beetje verbouwereerd op de wc en staarde naar de heldere vloeistof op de grond. Mijn onderbroek was kletsnat.
‘Schat?!’, riep ik voorzichtig, ‘kom eens even!’
‘Wat is er?’, riep mijn man vanuit de woonkamer. ‘Kom nou maar’, zei ik.
Mijn man kwam om het hoekje van de deur kijken. De plas lag nog steeds op de vloer van de wc. Hij keek me verbaasd en een beetje angstig aan.
‘Volgens mij zijn mijn vliezen gebroken’, zei ik.
‘Het is geen urine, want ik kon het niet ophouden, het stroomde in één keer uit mijn lichaam (net zoals in films, dacht ik nog). En het is geen bloed. Dus dan moet het wel vruchtwater zijn, maar ik voel verder niets. Geen weeën of kramen. Niets’.
‘Tsja’, hij haalde zijn schouders op. ‘Jij weet het beter dan ik. En wat moeten we nu doen?’
‘Het ziekenhuis bellen, denk ik dan. ‘Al is het maar om het vragen wat we moeten doen’.
‘Ze willen dat we langskomen zodat ze kunnen bekijken of mijn vliezen daadwerkelijk gebroken zijn en Hoppie (zo noemden we ons meisje) kunnen controleren’, zei ik nadat ik had opgehangen met iemand van het ziekenhuis.
Naar het ziekenhuis
Sinds mijn 20 weken echo waren mijn man en ik overgedragen aan het ziekenhuis. Ik zou dus sowieso een poliklinische bevalling krijgen. Eén van de redenen was onder andere dat onze dochter in de stuit lag en een lichte groeiachterstand had.
Ik voelde op dat moment totaal geen stress, angst of spanning. Er overheerste een soort van rust en daarnaast vroeg ik me gewoon heel erg af wat me te wachten stond. Ik probeerde de stukken te herinneren over ´gebroken vliezen´ die ik had geschreven voor ZoZwanger. Wat is meestal de procedure bij gebroken vliezen? Was het niet zo dat de baby binnen 24 uur geboren moet worden als de vliezen zijn gebroken in verband met infectiegevaar? Zou dat betekenen dat ik binnen 24 uur moeder word? En waarom begint alles nu al? Had ik mezelf te druk gemaakt met al dat poetsen?
In geen velden of weeën
Na het melden bij de balie werd ik naar een kamer gebracht en moest ik met de billen bloot op bed. Ik kreeg banden over mijn buik zodat ze het hartje van Hoppie konden volgen en ze de samentrekkingen van mijn buik konden waarnemen.
De uren erna keek ik alleen maar naar het scherm van de hartmonitor en naar het kleine kronkelende lijntje die de activiteit in mijn buik weergaf. Nooit geweten dat de hartslag van een baby niet constant is. De ene keer was het wat langzamer, dan weer sneller, dan even constant. Uren heb ik naar het scherm gekeken, want ik moest uren wachten.
Eigenlijk waren we aan het wachten of mijn bevalling zou beginnen of niet. Ik staarde naar het lijntje die de samentrekkingen in mijn buik weergaf. Soms ging het even omhoog, maar dan zakte het weer. Ik voelde nog niets. En naarmate de tijd verstreek had ik ook niet meer het gevoel dat ik snel zou gaan bevallen. Ondertussen verloor ik nog meer vruchtwater. Ik voelde het als een golfslagbad uit me lopen. Er stond zelfs een hele plas in mijn bed.
De verpleegkundige keek ernaar: ‘Oh ik hoef het niet eens te testen, dit is 100% zeker vruchtwater’.
‘Voel je verder al wat?’ ‘Nee’, zei ik, ‘de weeën zijn in geen velden of weeën te bekennen’. Ik moest zelf lachen, maar blijkbaar had de verpleegkundige geen gevoel voor humor. Misschien omdat ze aan het einde van haar dienst zat. Een kwartier later begon de nachtdienst en kwam een andere verpleegkundige.
Moet mijn baby niet gehaald worden?
‘Het ziet er nog rustig uit. Ik zal de gynaecoloog naar je toe sturen’. Nou dat duurde weer een uur en ondertussen lag ik aan die hartmonitor en probeerde mijn man in alle macht wakker te blijven.
De gynaecoloog kwam langs, ze zouden me in de gaten blijven houden. Ik moest dus sowieso blijven totdat Hoppie geboren was. Wanneer dat was? ‘Dat kan ik zo niet zeggen’, zei de jonge gynaecoloog (of was ze nog in opleiding?).
‘Het is wel beter dat ze nog even een tijdje blijft zitten, zeker gezien het feit dat ze wat laag in haar gewicht zit’, vervolgde ze.
‘Maar ze moet toch binnen 24 uur gehaald worden?’, vroeg ik. ‘Ja dat is de procedure als de baby voldragen is. U bent 5 weken te vroeg, dan laten we de baby liever nog een paar weken zitten. Ondertussen houden we uw baby in de gaten omdat er wel een infectiegevaar is nu uw vliezen zijn gebroken. We zullen u dus regelmatig aan de hartmonitor leggen’.
Het schijnt dat vruchtwater constant wordt aangemaakt, dus mijn kind zou niet ‘op het droge liggen’. Het werd afwachten. Rond 1.00 uur werd ik naar een kamer gebracht, terwijl ik daar rond 22.00 uur was. In die kamer zou ik verblijven totdat mijn bevalling zou beginnen.
Dat kon binnen een paar uur zijn tot een paar weken. Elk moment dus. Maar dat ‘elk moment’ kon weken duren. Lekker dan.
Wachten op mijn bevalling
Ik wist niet zo goed wat ik wilde. Ergens hoopte ik dat de bevalling zou beginnen, ik wilde mijn meisje ontmoeten. Daarnaast zag ik het niet zo zitten om weken in het ziekenhuis te blijven. Maar voor haar was het beter als ze nog bleef zitten en als moeder wil je toch het beste voor je kind.
Zo had ik het begin van mijn bevalling totaal niet voorgesteld. Nadat je vliezen zijn gebroken verwacht je weeën waarna je gespannen belt naar het ziekenhuis, snel in de auto stapt en met piepende banden naar het ziekenhuis rijdt. Nu was het heel anders. Mijn vruchtwater brak en toen…. Niets.
Vervolgens mijn tas inpakken en in de auto stappen en vervolgens… nog steeds niets.
Uren wachten in het ziekenhuis en nog steeds…. niets.
En na dat wachten moest ik nog meer wachten. Ergens een beetje een anticlimax dit en totaal geen spannend bevallingsverhaal. Maar wat nog niet is, kan nog komen…
De volgende keer:
Moet ik moeilijke beslissingen nemen over de manier waarop ik wil bevallen en beginnen er toch wat krampen te komen. Oefenweeën of voorweeën?
Mijn bevalling deel 2