Veel ouders kunnen niet wachten totdat hun kind een beetje begint met praten. Wanneer kan je die eerste woorden verwachten en vanaf welke leeftijd kan je een gesprekje voeren? Lees hier meer over de taalontwikkeling van een peuter.
Wat is taalontwikkeling?
Taalontwikkeling is de manier waarop kinderen leren woorden en zinnen te gebruiken en te begrijpen. Het gaat dus niet alleen om woorden zeggen, maar ook om het begrijpen wat er door een ander wordt gezegd.
Hoe leert een kind praten?
De taalontwikkeling van een peuter start vanaf het eerste moment dat je kleintje het levenslicht ziet. Je denkt dat een kleine baby alleen maar geïnteresseerd is in melk, maar dat is niet waar. Jij en je (eventuele) partner zijn de meest favoriete personen in het leven van je kleintje. Alles wat jij doet of zegt is mega interessant, al snapt je kleine er nog helemaal niks van. Ben je er dus van bewust dat je al vroeg kunt beginnen met het stimuleren van woordjes en taal bij een baby.
Taalontwikkeling baby
De eerste maanden maakt je baby al heel duidelijk kenbaar wat hij of zij wilt door te huilen en later door te lachen. Vanaf dat je baby 4 maanden oud is zal je merken dat je al meer contact met je baby krijgt. Jouw baby gaat klanken vormen en oefenen met geluidjes en bewegingen maken met de tong, lippen en mond. Je zal sneller aan je baby kunnen merken wanneer hij iets nodig heeft, zodat het huilen steeds minder nodig is. Belangrijk is dat je heel veel tegen je baby praat, zingt en voorleest.
Wanneer gaat een baby praten? Vanaf 6 maanden oud beginnen baby’s echt te brabbelen en vinden ze het heerlijk als je liedjes zingt met leuke bewegingen erin. Bijvoorbeeld ‘Hop paardje hop’ of ‘Daar komt een muisje aangelopen.’ Spelletjes als kiekeboe doen het ook goed.
Tevens gaat je kind door geluiden en bewegingen beter communiceren (bijvoorbeeld wippen als je door moet gaan met een spelletje) en oefent het met de mondmotoriek. Blijf altijd voorlezen, zingen en praten met je baby. Daarnaast is het belangrijk dat je zoveel mogelijk alles benoemt (dit is een schoen, hé de lepel, lekker eten, etc.)
Taalontwikkeling dreumes
Een dreumes van 1 jaar brabbelt veel waarbij de intonatie steeds meer lijkt op de wijze waarop jij praat. Er zijn kinderen die al de eerste woordjes gaan zeggen. Al kan het zijn dat je kleintje dit al eerder doet, of rond de 18 maanden. Zolang je alles goed blijft benoemen en veel praat tegen je kind, leert hij de woordjes vanzelf. Wacht ook tussendoor en kijk naar hoe je kind op jouw praten reageert.
De eerste woordjes zijn vaak papa of mama. In het begin kan je dreumes daarnaast 2 of 3 andere woordjes zeggen die hij of zij veel hoort zoals ‘bal’, ‘poes’ of ‘stoel’. De uitspraak zal waarschijnlijk niet helemaal optimaal zijn (ba, poe of toel), maar je weet wat ermee wordt bedoeld.
De woordenschat zal de maanden erop uitbreiden naar ongeveer 10 tot 20 losse woorden. Eén woord, betekent voor je kind soms een hele zin. Zo kan hij of zij ‘mama’ zeggen en daarmee bedoelen ‘dat is van mama’ of ‘mama kom mij halen’.
Behalve woorden zeggen kan een dreumes ook beter dingen duidelijk maken door bijvoorbeeld naar iets te wijzen wat hij wil hebben. Of iets wegduwen, lachen van plezier en woorden begrijpen door ernaar te handelen (pak de bal).
Woordenschat dreumes
Na de 18 maanden gaat de woordenschat van de dreumes er weer flink op vooruit. De meeste kinderen tussen de 18 en 24 maanden kennen ongeveer 50 woordjes. Vanaf dat moment zal je kind steeds sneller nieuwe woordjes leren en begint je kind losse woordjes te combineren in zinnen van 2 woorden. Zoals ‘mama bal’ (mama pak de bal). Vaak zullen de woordjes niet helemaal zuiver uitgesproken worden en weet jij vaak wel wat je kind bedoelt, maar snappen andere er nog helemaal niks van.
Je kind kan nu ook meer begrijpen zonder dat je het duidelijk moet maken door te wijzen. Je kind kan nu ook reageren op makkelijke vragen zoals ‘waar is je beker’ of ‘wat zegt de koe?’
Spreek altijd in korte en duidelijk zinnen. Spreekt je dreumes een woord niet goed uit, verbeter dan door het te herhalen met het juiste woord, waarbij je niet je kind dwingt het goed woord te herhalen. Dat komt vanzelf wel.
Ga ook niet in kindertaal praten, maar maak het gewoon eenvoudig en spreek in complete zinnen. Leuk om met je dreumes of peuter te doen is boekjes lezen waarbij je kind dingen moet zoeken of kan aanwijzen. Vraag bijvoorbeeld: ‘Waar is de appel?’ ‘Waar is de bloem?’ etc.
Taalontwikkeling van een peuter
-
Taalontwikkeling peuter 2 tot 3 jaar
De taalontwikkeling van een peuter verloopt heel snel. Al vanaf het tweede jaar kan je peuter kleine gesprekjes voeren. Hij leert nog meer nieuwe woorden en kan zijn eigen naam zeggen. De woordenschat is nu ongeveer 400 tot 500 woorden. De zinnen die je kind kan zeggen bevatten ongeveer 3 tot 5 woorden zoals: ‘mama jas aantrekken, ‘is lieve mama’, ‘toren is hoog’.
Ook kan je peuter vragen stellen zoals ‘wat is dat’. Zolang je als ouder vaak en rustig vertelt wat je doet of gaat doen, dan kan je kind dit overnemen. Je zal ook merken dat werkwoorden nu op de juiste manier vervoegd worden, dus bijvoorbeeld ‘ik heb geslapen’ in plaats van ‘ik slapen’.
Daarnaast leert je kind lidwoordjes te gebruiken (de, het, een), kent hij voornaamwoorden zoals ik, hij, zij (je hoeft dus niet meer te zeggen ‘mama gaat even weg’ maar je kunt zeggen ‘ik ga even weg’). Hij leert voorzetsels te gebruiken zoals in, op of onder en kent de meervoud van woorden.
Voorheen sprak je peuter alleen in het hier en nu. Tijdens de taalontwikkeling van een peuter ga je merken dat je kind ook morgen en gisteren gaat begrijpen. Alleen snapt je kind nog niet dat vorige week niet hetzelfde is als gisteren.
Blijf zelf altijd het goede voorbeeld geven door juiste zinnen te gebruiken, dan leert je kind het vanzelf. Soms kan het lijken dat je peuter steeds meer foutjes maakt, maar dat is normaal en hoort bij de taalontwikkeling van een peuter. Je kind maakt namelijk in korte tijd grote sprongen.
Gesprekjes voeren
Het leuke is dat als je peuter 2 tot 3 jaar oud is je ook langere gesprekjes kunt voeren. Zo kan je kind zelfs proberen verhaaltjes te vertellen. Hier is vaak geen touw aan vast te knopen. Je kunt je peuter helpen door gerichte vragen te stellen zodat er meer structuur komt. Spreekt hij een woord verkeerd uit, corrigeer dan niet, maar herhaal de zin waarbij je de woorden goed uitspreekt. Dat is al genoeg.
-
Taalontwikkeling van een peuter vanaf 3 jaar
Als je peuter 3 jaar oud is geworden, zal je merken dat hij duidelijker praat en minder foutjes maakt in de uitspraak. De zinnetjes worden langer, maar ze zullen qua opbouw niet helemaal kloppen (ikke gegeten net op stoel). Rond de vier jaar oud zal de opbouw van zinnen beter kloppen, maar zijn de werkwoorden nog niet optimaal vervoegd (ik heb net slapen, ik heb heel veel hapjes genemen).
De eenvoudige korte zinnen, zullen steeds langer worden en veranderen in samengestelde zinnen. Zoals: ‘als ik later groot ben, wil ik ook voetballer worden’.
Je zult ook merken dat je peuter verbanden beter gaat begrijpen en hier nieuwsgierig naar wordt. Dit is het begin van de ‘waarom’ vragen. Ook dat hoort bij de taalontwikkeling van een peuter. Stimuleer je kind door zelf ook vragen te stellen zoals ‘Waarom heb ik een paraplu bij me’ of ‘Waarom doe ik mijn jas aan?’
Voorheen konden andere mensen nog niet eens de helft van wat je kind zei verstaan, nu zal je kind ongeveer 75% verstaanbaar zijn. Zo leert je kind dus ook steeds beter communiceren met anderen.
Verhaaltjes vertellen
Wat peuters geweldig vinden is verhaaltjes vertellen. Nog leuker: vertel samen verhaaltjes of laat je kind een verhaaltje afmaken. Samen een verhaal bespreken is ook een goede manier om je peuter te stimuleren langere en meerdere zinnen te maken. Hoe vaker je kind hoort hoe jij het doet, hoe sneller hij het op een juiste manier gaat overnemen. (Denk aan juiste zinsopbouw en vervoeging van werkwoorden).
Blijf ook altijd boekjes lezen, want dat is zó goed voor de taalontwikkeling van een peuter (en baby, dreumes of kleuter). Tevens wek je zo de interesse voor boeken en lezen wat ook op latere leeftijd goed blijft om te doen.
Hoe herken je spraakproblemen?
Tijdens de taalontwikkeling van een peuter rond de leeftijd van 4 jaar of ouder, zal je merken dat je kind soms gaat stotteren. Dat is normaal, het is een teken dat je kind even niet uit zijn/haar woorden kan komen. In de meest gevallen is er sprake van
ontwikkelingsstotteren. Het spreken is dan een periode niet-vloeiend. Duurt dit te lang en maak je je zorgen, neem voor de zekerheid dan contact op met een logopedist. Je krijgt advies hoe je hiermee om kan gaan, zodat het spreken voor je kind weer makkelijker wordt
Is je kind ongeveer 6 tot 7 jaar oud en praat je kind onduidelijk, blijft woorden herhalen. Heeft je kind moeite met het vormen van bepaalde klanken of woorden, moeite met het vormen van zinnen, neem dan vrijblijvend contact op met een logopedist in de buurt.
Kenmerken van broddelen: snel praten, zinnen niet afmaken, veel stopwoordjes gebruiken, ademhalen tussen de zin door, moeite hebben met lezen of schrijven, klanken van woorden inslikken en woorden veel herhalen.
Neem bij twijfel contact op met een logopediepraktijk in de buurt die ervaring heeft met kinderen. Dit kan zonder verwijzing van de huisarts. De logopedist kan beoordelen of een observatie of onderzoek handig zou zijn om je een advies op maat te geven. Logopedie zit in het basispakket van de zorgverzekering, wordt 100% vergoed en komt voor kinderen niet ten laste van je eigen risico.