Uitscheuren tijdens de bevalling, het klinkt heftiger dan het in de meeste gevallen is. Als een vrouw uitscheurt, gaat het meestal om een eerstegraads ruptuur (3 op de 10 vrouwen) en dit geneest vrij snel en hoeft dikwijls niet eens gehecht te worden. Maar er zijn meerdere en ergere soorten rupturen als je uitscheurt tijdens het persen.
Uitscheuren tijdens de bevalling: Wat is dat precies?
Het is een veelvoorkomende angst als je gaat bevallen: uitscheuren tijdens de bevalling! Toch hoef je hier niet zo heel bang voor te zijn, want bijna iedere vrouw scheurt een beetje uit tijdens de bevalling. De vraag is alleen, hoe erg je uitscheurt. Uitscheuren wordt ook wel ruptuur genoemd.
Zoals gezegd komt het heel vaak voor dat vrouwen een beetje uitscheuren tijdens het persen en dat is eigenlijk meer dan logisch. Tijdens de bevalling gaat je baby zich een weg banen langs je bekken, de vagina en de spieren en huid van je bekkenbodem. Bij het persen rekken deze spieren steeds iets op om zo voldoende ruimte te creëren voor je baby.
Wanneer de baby er doorheen gaat kan het zijn dat er kleine scheurtjes ontstaan in de bekkenbodem, met name wanneer het hoofdje en de schouders geboren worden. Wist je dat je de vagina kan trainen voor de bevalling?
Een paar kleine scheurtjes is niet erg, tijdens de bevalling merk je dit niet eens en na de bevalling zal dit snel genezen. Maar als het uitscheuren tijdens de bevalling erger is, dan kan je er wel last van hebben. Zeker als je een totaalruptuur hebt gehad zal het herstellen van de bevalling langer duren.
Welke soorten rupturen zijn er?
Er zijn diverse manieren waarop je kunt uitscheuren tijdens de bevalling. Zo zijn er verschillende plekken waar een scheurtje kan ontstaan en daarnaast heb je ook nog de ernst van het uitscheuren, dus hoe diep en hoe ver de scheur gaat. Onderstaand de verschillende soorten rupturen.
-
Perineumruptuur
Als vrouwen uitscheuren tijdens de bevalling is dat meestal een perineumruptuur, er ontstaan dan scheurtjes in het perineum. Dit is het gebied tussen de vagina en de anus. Een perineumruptuur wordt opgedeeld in eerstegraads-, tweedegraads- en derdegraads ruptuur, afhankelijk van de grootte en diepte van de ruptuur.
-
Eerstegraads ruptuur
Een eerstegraads ruptuur is de meest lichte ruptuur waarbij de huid en het slijmvlies tussen de vagina en de anus scheurt. Het komt voor bij ongeveer 30% van de vrouwen. Het uitscheuren doet nagenoeg geen pijn en je bloedt weinig. In de meeste gevallen is hechten niet nodig en is het herstel voorspoedig.
-
Tweedegraads ruptuur
Bij een tweedegraads ruptuur is hechten wel nodig, zowel inwendig als uitwendig. Dat komt omdat naast de huid en het slijmvlies ook het onderliggend bind- en spierweefsel van de bekkenbodem is uitgescheurd. Ongeveer 1 op de 10 vrouwen loopt tijdens de bevalling een tweedegraads ruptuur op.
-
Derdegraads ruptuur (subtotaal- of totaalruptuur)
Als vrouwen angst hebben voor een ruptuur, dan is het voor de derdegraads ruptuur. Bij deze ruptuur scheurt de huid, slijmvlies, onderliggend bind- en spierweefsel uit, met daarbij ook nog eens de kringspier van de anus.
Bij een subtotaal ruptuur is deze gedeeltelijk ingescheurd, bij een totaalruptuur is de kringspier helemaal ingescheurd. Het hechten gebeurt altijd onder verdoving in de operatiekamer. De eerste dagen blijft de wond pijnlijk, het herstel duurt gemiddeld 4 tot 6 weken met uitlopers naar een half jaar. Een derdegraads ruptuur komt gelukkig niet veel voor, ongeveer 2 op de 100 vrouwen.
Veel vrouwen vinden het eng om te gaan poepen na een bevalling, zeker na een totaalruptuur. Hier hoef je niet bang voor te zijn, de wond zal echt niet snel weer open gaan. Zorg er wel voor dat je een goede stoelgang hebt door veel vocht te drinken (1,5 liter per dag) en genoeg vezels te eten.
-
-
Labiaruptuur
Bij de labiaruptuur is er een klein scheurtje ontstaan aan de binnenkant en/of buitenkant van de schaamlippen. Deze ruptuur kan een branderig gevoel geven tijdens het plassen, daarom wordt vaak besloten om het te hechten. Meestal is het binnen 3 tot 4 dagen genezen.
-
Vaginaruptuur
Bij een vaginaruptuur scheurt de binnenkant van de vagina. Dit is dus niet zichtbaar. De ruptuur hoeft niet altijd gehecht te worden. Dit is afhankelijk van de mate waarin er is uitgescheurd en of het erg bloedt. In de meeste gevallen wordt een vaginaruptuur gehecht met oplosbare hechtingen.
-
Cervixruptuur
Dit is een scheurtje in de baarmoeder, dat meestal ontstaat bij een kunstverlossing (bevalling met vacuümpomp of verlostang). Het kan ook ontstaan als de moeder te hard perst terwijl er nog geen volledige ontsluiting is. Er moet altijd zo snel mogelijk gehecht worden. Een cervixruptuur is een zeer zeldzame complicatie.
-
Clitorisruptuur
Dit is een scheurtje in de clitoris en dit moet altijd gehecht worden wat vrij pijnlijk en bloederig kan zijn. Soms scheurt bij een clitorisruptuur ook de urinebuis uit. Deze wordt heel nauwkeurig gehecht. Maar gelukkig komt deze ruptuur maar heel weinig voor.
Kan je uitscheuren tijdens de bevalling voorkomen?
De enige manier om uitscheuren tijdens het persen deels te voorkomen is door goed naar de aanwijzingen van de verloskundige of gynaecoloog te luisteren. Zij letten namelijk goed op de huid bij je vagina. Wanneer zij aangeven dat je even moet wachten met persen, zodat je huid de kans krijgt om beter op te rekken, moet je dat doen. Alleen zo kun je uitscheuren zoveel mogelijk beperken, want helemaal voorkomen gaat bijna niet.
Wat is het verschil tussen knippen en uitscheuren tijdens de bevalling?
Uitscheuren gebeurt tijdens de bevalling doordat het weefsel en de spieren teveel oprekken. Inknippen gebeurt niet door de natuur, maar wordt gedaan door de verloskundige of de gynaecoloog om een totaalruptuur te voorkomen of de bevalling te versnellen. Bijvoorbeeld omdat de baby in nood is. Het herstel na inknippen duurt vaak langer dan na uitscheuren.
Hechtingen na het uitscheuren en herstellen
Vrouwen die uitscheuren tijdens de bevalling hoeven niet altijd gehecht te worden. Dat ligt een beetje aan de ernst van de ruptuur. Als je gehecht wordt, wordt er doorgaans gekozen voor oplosbare hechtingen. Deze lossen na ongeveer 10 dagen vanzelf op en hoeven er dus niet uitgehaald te worden. Als er geen oplosbare hechtingen worden gebruikt, zal de huisarts de ´gewone´ hechtingen 5 tot 8 dagen na de bevalling eruit halen.
Lees hier meer over hechtingen na de bevalling, zoals tips om je wond te verzorgen en wat je moet doen als de hechtingen ontstoken zijn.