In de eerste dagen of weken kan het zijn dat je baby nog niet goed aan de borst kan drinken. Bijvoorbeeld omdat het aanleggen nog niet goed gaat, je melkproductie nog niet op gang is gekomen of je baby snapt nog niet zo goed wat hij moet doen. In deze gevallen kan je door middel van vingervoeden je baby voeden en tegelijkertijd je baby leren om te drinken door te zuigen. Lees hier alles over vingervoeden.
Wat is vingervoeden?
Vingervoeden, ook wel fingerfeeding genoemd, is een manier om pasgeboren baby´s te voeden. In het kort houdt het in dat je jouw baby op je vinger laat zuigen terwijl je via een spuit of slangetje moedermelk of kunstmelk in het mondje laat lopen. De spuit of het slangetje leg je tegen je vinger aan.
Vingervoeden wordt vaak ingezet bij pasgeboren baby´s als de borstvoeding nog niet goed lukt. Hier kunnen diverse redenen voor zijn. Bijvoorbeeld omdat je baby nog niet genoeg kracht heeft om uit de borst te drinken, dit is vaak het geval bij premature baby´s.
Het kan ook zijn dat je baby het nog niet zo snapt of het aanleggen lukt nog niet goed. In het geval dat de borstvoeding nog niet goed op gang komt, kan je ook vingervoeden als methode inzetten om je baby te voeden. Je geeft je baby dan afgekolfde melk. Door te kolven kan je de melkproductie op gang brengen.
Lees ook: 14 Dingen die je moet weten over een pasgeboren baby!
Wat doet een fingerfeeder of voedingsspuitje baby
Voor het vingervoeden heb je een vingervoedsetje nodig, of in ieder geval een injectiespuit zonder naald, een plastic tuitje voor op de spuit (de fingerfeeder) of een slangetje. Als je borstvoeding wilt geven, heb je ook een goede borstkolf nodig die de borstvoeding op gang kan brengen en de moedermelk op kan vangen. Vraag aan je kraamhulp of verloskundige waar je deze attributen kunt kopen of kijk hier om te weten welk kolfapparaat bij jou past.
Het vingervoeden gaat als volgt: was eerst je handen en zorg dat je nagel schoon en kort is. Vul de spuit met moedermelk of kunstvoeding. Zorg dat de fingerfeeder (het plastic tuitje) op de spuit zit. Zet je baby half liggend voor je met het gezichtje naar je toe. Bijvoorbeeld bij je op schoot op een kussen. Met één hand ondersteun je het hoofdje en de schoudertjes.
Ga met je vinger over de lipjes van je baby zodat het mondje open gaat. Doe je vinger in het mondje met je nagel op de tong en je vingertopje tegen het gehemelte. Leg de spuit met fingerfeeder op de zachte kant van je vinger.
Zorg ervoor dat het einde van de spuit niet verder uitsteekt dan je vinger. Plaats je vinger ver genoeg in het mondje zodat je baby vanzelf gaat zuigen, maar niet gaat kokhalzen. Wacht dan eventjes met melk geven, want ook bij het drinken uit de borst duurt het eventjes voordat je baby melk krijgt. Als het onderlipje is ingetrokken, trek dan het kinnetje iets naar beneden.
De meeste vrouwen vinden de wijsvinger het meest handig om te gebruiken bij het vingervoeden. Je kunt de injectiespuit dan tussen je middelvinger en duim houden om zo melk in het mondje te spuiten.
Met vingervoeden je baby aan de borst leren drinken
Vingervoeden wordt vaak ingezet als het drinken uit de borst niet goed verloopt. De reden hiervoor is dat het een beetje lijkt op drinken uit de borst maar dan iets makkelijker. Je baby moet op je vinger zuigen om melk te krijgen, net zoals dat je baby op je tepel moet zuigen om melk te krijgen. Het verschil is dat vingervoeden minder vermoeiend en moeilijk is dan uit de borst drinken.
Geef je baby alleen voeding als je baby zuigt. Net zoals uit de borst drinken, kan je baby pauzes inlassen. Probeer tijdens het voeden je vinger recht te houden en niet omhoog te wijzen. Als je jouw vinger recht houdt, wordt het tongetje naar beneden gedwongen en komt de kaak naar voren. Zo kan je baby beter drinken. Deze vaardigheid heeft je baby straks nodig bij de borstvoeding.
Hoe lang blijf je vingervoeden?
Vingervoeden wordt ingezet als de borstvoeding nog niet lukt. Het lijkt misschien simpel, maar het benodigd wel een beetje vaardigheid om te vingervoeden. Vraag daarom de eerste keren hulp aan je kraamverzorgster of verloskundige. De eerste keren zal het wat stunten zijn, maar op een gegeven moment zal je merken dat je baby steeds beter op je vinger zuigt. Als dit goed gaat, kun je de borstvoeding weer proberen.
Gaat het nog steeds niet goed, dan is je baby er nog niet helemaal klaar voor en kan je nog even doorgaan met vingervoeden. Soms is het maar een paar dagen nodig, soms een week. Het ligt een beetje aan je baby. Ik zou wel altijd een deskundige erbij halen. Bijvoorbeeld je kraamverzorgster. Is die er niet meer, schakel dan een lactatiekundige in. Zeker als de borstvoeding na een week nog niet goed verloopt.